Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for mei, 2008

Bezige bijtjes

 

 

Laatst las ik in de krant dat de bijtjes het in ons land niet erg goed doen. Waarschijnlijk door het gebrek aan stuifmeel in de maanden augustus en september.

Ik wist ook niet dat bijen niet eender wat lusten. Gele bloemen vallen het meest in de smaak, rode bloemen zien ze als zwart en wat voor ons wit is, is voor hen ultraviolet.

 

Twee jaar geleden kocht ik bij Natuurpunt een bijenkastje. Een experiment om op deze manier te weten te komen waar de bijtjes het liefst hun nestjes bouwen. Het bakje bevat vier verschillende compartimenten: het eerste deel bestaat uit klei, het tweede uit bamboestokjes, het derde uit kalksteen en het vierde uit een boomstronk. In elk van die materialen werden gaatjes geboord die door de bijtjes vrij uitgekozen konden worden om er hun eitjes te leggen.

Verleden jaar kende mijn nestkastje weinig succes; slechts enkele bijtjes vlogen er achteloos voorbij. Waren ze nog sceptisch voor de nieuwigheid? Of waren er verleden jaar inderdaad minder bijtjes?

Dit jaar heb ik prijs. Talrijke bijtjes zijn koortsachtig bezig geweest om een huisvesting te bouwen voor hun toekomstige kroost. De bamboestokjes werden het meest verhuurd. Die woningen zijn bijna allemaal bezet. Ook de kleigrond kende een enorme bijval. De kalksteen en de boomstronk waren niet erg populair.

Straks mogen de kleintjes zoemend de bloemenweide invliegen om er nectar te verzamelen.

Als de bloei meevalt en als de zon voldoende schijnt, zullen ze zich daar geweldig amuseren. Vele witte en gele kelkjes zullen een bezoekje waard zijn.

 

Naar Limburg moeten ze vervolgens vliegen, naar de fruitplantages!


Read Full Post »

Bloemenweide (1)

Sinds ongeveer twaalf jaar kan ik, naast mijn eigen perceel grond, gebruik maken van een aanpalend stuk van twintig are. Dit werd zo beschreven bij de aankoop van mijn huis.

Deze lap grond bestaat uit een bosje met dennen en eiken, een stuk aangelegde tuin en een grote strook gras. Ik moet/mag dit gedeelte onderhouden als een goede huismoeder tot de eigenaars beslissen om het te verkopen. Op dat moment heb ik de eerste optie om het stuk aan te kopen. De eigenaars zijn welstellende Nederlanders met twee volwassen kinderen.

Ik zou zo’n bedrag nooit kunnen uitgeven, mijn buren stelden het enkele jaren geleden wel voor maar het lange wachten heeft hen er intussen toe aangezet om het perceel aan mijn linkerkant te kopen.

Elk jaar, vooral in de lente, verwacht ik dat eigenaars eindelijk zullen beslissen om het stuk grond te koop te stellen. Die mensen zijn ofwel heel rijk of wachten nog steeds op de optimale economische omstandigheden om er de hoogst mogelijke winst uit te halen. Hun kinderen zijn ouder dan de mijne, groeiden op in België en leven waarschijnlijk al zelfstandig. Ze kochten het stuk destijds voor slechts 25.000 euro. Wie weet hoeveel maal de waarde op dit moment al verdubbeld is?

Mij hoor je nog steeds niet klagen. Het bosje met de hoge bomen geeft me zowel privacy als het gevoel dat ik ontzettend rijk ben. En ik ben ook heel rijk, want mijn kippen leggen al jaren op een stuk aarde dat hen gratis wordt aangeboden en mijn tuinhuis is intussen vastgeroest op andermans grond.

Het stuk gras moet wel gemaaid worden, oké. De laurierhaag moet gesnoeid worden, oké. De processierupsen moeten verdelgd worden, oké.

Maar intussen leef ik wel al een hele tijd lekker boven mijn stand. Of daar heeft het er tenminste alle schijn van.

Het voortdurend twijfelen van de rechtmatige bezitters heb ik langzaamaan aan mijn broek gelapt zodat mijn eigen tuin steeds groter wordt evenals mijn freaky gedrag naar nog meer natuur en bloei.

Stel dat ze het deze zomer te koop zouden stellen; tijd zat om van het grasveld een bloemenweide te maken.

Aldus ontstond de idee: een veld vol wilde bloemen, vol kleur. Ik dacht mijmerend terug aan de film Soylent Green die toen veel indruk op me maakte.

 

[ Soylent Green is een mijlpaal in het genre van de sciencefiction. Het is een meeslepende actiefilm én een moderne parabel die ons waarschuwt voor een toekomst waarin ecologische rampen de wereld teisteren. Na Planet of the Apes en The Omega Man kruipt Hollywoodlegende Charlton Heston opnieuw in de huid van een futuristische actieheld: Thorn is een detective die in 2022 de klamme straten van een vervuild en overbevolkt New York afschuimt. Hij is een moordenaar op het spoor, maar het spoor leidt tot een verbijsterende ontdekking. Soylent Green is een aangrijpende, prachtig in beeld gebrachte film, die het niet alleen van zijn speciale effecten moet hebben, maar eerst en vooral van zijn diepmenselijke dimensie. Een diepgang die door de aangrijpende (en allerlaatste) vertolking van de legendarische Edward G. Robinson een toegevoegde waarde krijgt.]

 

(Wordt vervolgd)

 

 

 

 

Read Full Post »

 

 

 

Een stokje van Dame Nel, een van de deftige draagsters van een douchekapje.

Geen verhaal over de wereldtentoonstelling. Die verhalen heb ik slechts van horen vertellen.

Maar deze herinnering blijft me bij.

De details hebben mijn familieleden van mij gehoord en niet omgekeerd.

Haarfijn heb ik alles altijd kunnen beschrijven, behalve dan voor de leeftijd die ik toen had. Ik was toen blijkbaar twee en speelde liefst alleen.

 

Prachtige zandpatatjes was ik aan het maken aan de zeelijn, tussen Zeebrugge (het saaie familiestrand bij uitstek) en Blankenberge (the place I will never want to be).

Plots zie ik in de verte een hele stoet aankomen met een dikke politieagent op kop. Daarachter mijn moeder en een stuk of twintig kinderen. Ze stappen mijn richting uit. Waarom zo snel, waarom komen ze me storen?

Mijn moeder smijt haar ergonomische blokken in het water en knuffelt me behoorlijk plat.

Zou ze haar schoenen nog hebben teruggevonden?

Ik lig kilometers lang in haar armen. Iedereen wordt naar het appartement geleid. Daar krijgt elk kind dat heeft helpen zoeken een snoepje uit onze Mackintosh snoepdoos. Je weet wel: die piepkleine snoepjes van Van Nelle met een doorschijnend papiertje eromheen. Pastelkleurig waren ze en je kon er heel lang op blijven zuigen.

Ik kreeg er geen, ik was stout geweest want volgens hen was ik verloren gelopen. Ik was me echter van geen enkel kwaad bewust.

Die dikke politieagent is mijn vriend gebleven.

 

Toen ik die zonneslag kreeg van de avondzon en drie dagen in coma lag (het kunnen er ook twee zijn geweest) zou ik waarschijnlijk sterven.

Heerlijk was het, dat late namiddagzonnetje. De rode transistor lag naast me. Ik moet in slaap gedommeld zijn. Toen mijn moeder me voorzichtig inwreef met after sun viel ik flauw en werd pas een paar dagen later weer wakker. De dokter zei dat ik heel veel geluk had gehad; een gevaarlijke zonneslag…

Maar toen was ik al twaalf.

 

Read Full Post »

Sla

 

Sorry Madame, je gastenlogje heb ik vandaag pas ontdekt in de mail. De computer bleef hier een paar dagen ongeopend wegens buiten veel te doen, de aandacht voor Pixel (het piepkleine, schattige katertje dat ik van de Mencks kreeg ========================iiiyè)! (en dat nu op mijn klavier tokkelt) en een weekje genieten van mijn jongste dochter die Duitsland wilde verlaten om hier de veelvuldige stier-verjaardagen te komen vieren.

Ben ik blij dat jij even mijn blog overneemt!

 

Die drie are sla die jij toen plantte – ik probeer me het immense veld, je belangeloze werklust en het gezicht van jouw meneer voor te stellen: fantastisch.

Je verhaal hoor ik je graag nog eens vertellen, in levende lijve, in geuren en kleuren, bij Zapnimf.

Het stukje van Madame:

Sla

We schrijven 1991. Madame was met haar kroost verhuist naar een huis in een rustige omgeving met grote (32 are) aangelegde tuin en veel ruimte voor een eigen groentetuin. Van groenten- en plantenteelt had madame echter geen kaas gegeten. Genieten van bloemen en groen en smullen van groenten was haar enige symbiose met moeder natuur. Haar man was op dat vlak deskundiger en nam de taak van tuinman op zich. Hij plantte spinazie, wortelen, prei, spruitjes, radijsjes, aardappelen, bonen, erwten, prei, selder… In de serre cultiveerde hij tomaten en liet hij zaadjes van allerhande groenten ontkiemen. Alleen als er onkruid moest gewied worden, schakelde hij madame in. Wat een gewaagde zet was, want madame kende (toen) het verschil niet tussen onluikende worteltjes en heermoes. Zo redde ze op een keer mooie plantjes met fijne witte bloempjes uit de kippenren en plantte ze liefdevol in de bloementuin. Nadien bleek dat het weelderig tierende schijfkamille was. Sindsdien zag je haar geregeld in de tuin planten staan determineren met Thieme’s plantenboek.
 
Op het moment dat hij voor drie dagen voor het werk weg moest, zei manlief dat de ontkiemde sla dringend moesten geplant worden. Hij gaf madame de nodige instructies. “Met de tuinkoord span je mooie rechte lijnen af, op 20 centimeter van mekaar. Op elke rij, met telkens 20 cm er tussen, plant je zo’n slascheutje.”
Madame bekeek het bakje met scheuten en vroeg: “Euh… moet ik ze met een pincet vastpakken?”  Het waren toch zulke minuscule stengeltjes, slechts draadjes met hier en daar een speldenkopje groen.
 Haar man vertrekt en madame begint sla te planten. Met de meetlat. Drie dagen lang zat ze op haar knieën in het zand die frunnikplantjes netjes op 20 cm van mekaar in de grond te frommelen. Haar respect voor de tuinman groeide met de dag. De derde dag waren eindelijk alle scheutjes uitgeplant. 

Mijnheer kwam thuis. Fier loodste madame hem mee naar de sla die ze geplant had.

“Wat.heb.jij.gedaan!”  riep hij onthutst.

“Euh… sla geplant.” zei madame kleintjes, “allemaal op 20 cm van mekaar, zoals je gezegd had.”

Ze tuurde over het slaveld en had niet de indruk dat ze ergens een centimeter gemist had.

“Drie are sla!” scandeerde haar man.

“Ja, ’t waren veel plantjes, ik heb er drie dagen aan gewerkt.”

“Die moest je toch niet allemaal uitplanten! Een bedje was genoeg.”

Ja zeg, dat had hij wel kunnen zeggen, hè. Dan had ze zich geen drie dagen moeten uitsloven.

 

 

 

 

Read Full Post »