Sinds ongeveer twaalf jaar kan ik, naast mijn eigen perceel grond, gebruik maken van een aanpalend stuk van twintig are. Dit werd zo beschreven bij de aankoop van mijn huis.
Deze lap grond bestaat uit een bosje met dennen en eiken, een stuk aangelegde tuin en een grote strook gras. Ik moet/mag dit gedeelte onderhouden als een goede huismoeder tot de eigenaars beslissen om het te verkopen. Op dat moment heb ik de eerste optie om het stuk aan te kopen. De eigenaars zijn welstellende Nederlanders met twee volwassen kinderen.
Ik zou zo’n bedrag nooit kunnen uitgeven, mijn buren stelden het enkele jaren geleden wel voor maar het lange wachten heeft hen er intussen toe aangezet om het perceel aan mijn linkerkant te kopen.
Elk jaar, vooral in de lente, verwacht ik dat eigenaars eindelijk zullen beslissen om het stuk grond te koop te stellen. Die mensen zijn ofwel heel rijk of wachten nog steeds op de optimale economische omstandigheden om er de hoogst mogelijke winst uit te halen. Hun kinderen zijn ouder dan de mijne, groeiden op in België en leven waarschijnlijk al zelfstandig. Ze kochten het stuk destijds voor slechts 25.000 euro. Wie weet hoeveel maal de waarde op dit moment al verdubbeld is?
Mij hoor je nog steeds niet klagen. Het bosje met de hoge bomen geeft me zowel privacy als het gevoel dat ik ontzettend rijk ben. En ik ben ook heel rijk, want mijn kippen leggen al jaren op een stuk aarde dat hen gratis wordt aangeboden en mijn tuinhuis is intussen vastgeroest op andermans grond.
Het stuk gras moet wel gemaaid worden, oké. De laurierhaag moet gesnoeid worden, oké. De processierupsen moeten verdelgd worden, oké.
Maar intussen leef ik wel al een hele tijd lekker boven mijn stand. Of daar heeft het er tenminste alle schijn van.
Het voortdurend twijfelen van de rechtmatige bezitters heb ik langzaamaan aan mijn broek gelapt zodat mijn eigen tuin steeds groter wordt evenals mijn freaky gedrag naar nog meer natuur en bloei.
Stel dat ze het deze zomer te koop zouden stellen; tijd zat om van het grasveld een bloemenweide te maken.
Aldus ontstond de idee: een veld vol wilde bloemen, vol kleur. Ik dacht mijmerend terug aan de film Soylent Green die toen veel indruk op me maakte.
[ Soylent Green is een mijlpaal in het genre van de sciencefiction. Het is een meeslepende actiefilm én een moderne parabel die ons waarschuwt voor een toekomst waarin ecologische rampen de wereld teisteren. Na Planet of the Apes en The Omega Man kruipt Hollywoodlegende Charlton Heston opnieuw in de huid van een futuristische actieheld: Thorn is een detective die in 2022 de klamme straten van een vervuild en overbevolkt New York afschuimt. Hij is een moordenaar op het spoor, maar het spoor leidt tot een verbijsterende ontdekking. Soylent Green is een aangrijpende, prachtig in beeld gebrachte film, die het niet alleen van zijn speciale effecten moet hebben, maar eerst en vooral van zijn diepmenselijke dimensie. Een diepgang die door de aangrijpende (en allerlaatste) vertolking van de legendarische Edward G. Robinson een toegevoegde waarde krijgt.]
(Wordt vervolgd)
Een win-win situatie. Je kunt er maar deugd aan beleven, zo’n stuk erbij.
Mijn ouders hebben zo jarenlang het aan hun perceel palende stuk mogen gebruiken als kippenren/plantenkwekerij/zomaar-wat…
Uiteindelijk kwam het te koop, en mijn ouders beslisten net een tikkeltje te laat….
Maar er kwam een mooie wending: de jong-getrouwden die het perceel eigenlijk kochten, waren meteen bereid tot een ruil, toen mijn ouders hen een perceel aanboden dat ze zelf al tientallen jaren als ‘spaarpotje’ in bezit hadden: een stukje groter, op 1.5 km in plaats van op 500 m van het centrum, maar wel een stuk dichter bij het station (wat voor het koppel belangrijk was).
De kippen zitten dus nog steeds op hun vertrouwde stekje, mijn vaders ‘plantenkwekerijtje’ begint zowaar professioneel te ogen, en de mijn ouders zijn dolgelukkig omdat ze vanuit het livingraam nu zeker nooit op een hoge huismuur zullen gaan uitkijken.
Ik herinner mij de film, die een grote indruk op mij maakte met een zeer onverwacht plot.
Maar ik zie het verband niet met je stukje grond… of toch… een stukje natuur bewaren…
Mijn ouders hebben na jaren van huurpacht, het stuk kunnen kopen…
Soylent Green heb ik al lang van gehoord, zou ‘m graag zien, maar ’t is er nog steeds niet van gekomen ‘m eens te gaan halen.
Je rijk voelen! That’s the spirit!
Hier is er een soortgelijke situatie.
De vorige eigenaar van ons huis onderhield het land van hiernaast.
Wij verkozen alles braak te laten liggen.
De natuur gaat zijn gang en daardoor is het hier een komen en gaan van allerlei dieren.
Wanneer er een boom problemen geeft, nemen we even contact op met de eigenaren.
Meestal nemen we zelf maatregelen met hun goedkeuring, want zeg nu zelf, geen omheining rondom ons huis, geeft ons een fantastisch ruimte gevoel en zij zien geen noodzaak tot verkopen, wegens last met de buren.
Hopelijk kan je nog lang genieten van het extra stuk land. 😀
Die film, en ook de andere die je opnoemt, heeft een blijvende indruk op me gemaakt. De nieuwe versie gezien van ‘The Omega Man’ met Will Smith ‘I am Legend’ ? Zeer goed. 🙂
[…] mijn eerste deel (klik hier), had ik de intentie om een bloemenweide aan te leggen op het arme godvergeten lapje grond dat niet […]
[…] heeft Chelone er echt wel een prachtexemplaar. Meer uitleg over de aanleg vind je hier, foto’s van de bloemen in bloei vind je […]