Feeds:
Berichten
Reacties

Buiten dienst

De interesse in dit medium is, toch in mijn geval, al een poos tanende. Voor wat betreft mijn vrijetijdsbesteding heb ik bovendien de accenten verlegd naar nieuwe horizonten.
Combineer bovenstaande twee en de conclusie is snel getrokken: aan dit blog zullen voorlopig geen verse pennenvruchten meer worden toegevoegd.
Misschien komt de zin om er ooit opnieuw in te vliegen terug. Misschien ook nooit meer.

In september 2006 ben ik beginnen te bloggen. En ik heb dat tal van jaren met veel plezier gedaan. Maar de laatste maanden, het laatste halfjaar zelfs, was en is de goesting niet langer mijn gezel. Aan inspiratie nochtans geen gebrek.
Ik wil eenieder die hier kwam lezen, reageren en/of lurken van harte bedanken voor de interesse. Jullie waren een fijn publiek.

Warme groet,
Chelone

‘k Was net op tijd met mijn vijverpompje voor het duchtig begon te vriezen. De vissen en de kikkers zullen dus niet stikken onder die dikke ijslaag.
Dit piepkleine bubbelbad doet tevens dienst als drinkplaats voor de dorstige vogels. Ik sta steeds weer versteld van hun intelligente zoekvermogen.

(foto aanklikbaar)

Pax volare?

Het goede voornemen van Pixel, mijn jongste kater, voor het nieuwe jaar is pompwaterklaar: “Ik laat voortaan de vogels met rust!”

Hm. Benieuwd hoelang hij dit volhoudt. Deze duif gelooft er alvast in.

( Foto: Chelone. Aanklikbaar voor groter.)

Prettige Feestdagen!

Lolit(a)o

Hier gebeuren altijd eigenaardige dingen waarvoor ik geen verklaring heb.
Mijn zwarte hennetje, Lolita, doet de laatste weken erg raar. De buren hebben het ook al opgemerkt. 
”Zeg Chelone, heb je ook al gehoord dat hier sinds enige weken een haan huist? Het moet een jong beest zijn want hij doet verwoede pogingen om te kraaien.”
“Sorry buurvrouw, maar ik denk dat je het gedrag van mijn Lolita bedoelt, ik ben er ook al van wakker van geworden.”

Mensen geloven mij dan nooit terwijl ik de harde bewijzen met gemak op tafel kan leggen.
Ik heb namelijk slechts drie kippen die elke dag trouw een eitje leggen. Het legsel van Lolita is gemakkelijk te herkennen: een klein witteke. Oké, zij/hij legt dat pas in de namiddag om eigenwijs te doen, maar dat stiekeme gedoe vergeef ik haar.
Misschien heeft ze, na het recente bezoek van de marter, een trauma opgelopen en heeft ze daartegen een of andere verdedigende attitude opgebouwd.
Of misschien moet ze gewoon haar ei kwijt terwijl ze dat diep vanbinnen helemaal niet wil en eerder de stoere bink wil uithangen.
Ik heb met haar als eens een ernstig gesprek gevoerd omtrent de overlast die ze berokkent bij de buren, dat ze zichzelf kan zijn en zo en dat ze nog steeds welkom is indien ze van geslacht zou willen veranderen. Maar mijn wijze raad gaat resoluut het ene kippenoor in en het andere weer uit.  Ze probeert nog steeds efficiënt te kraaien.
Het is waarschijnlijk nog wat te vroeg om haar met deze problemen te confronteren, denk ik dan.
Intussen kraait hij/zij verder tot ze eraan toe is om eindelijk haar ei aan mij kwijt te geraken.
Het moet allemaal niet zo gemakkelijk zijn voor haar.

Vetbollen en strooivoer, waarmee we de vogels in de winter voederen, blijkt niet zo onschuldig te zijn. Integendeel, ze bevatten zaden van ambrosia.
Ambrosia, een uitheemse plant uit Noord-Amerika, de hooikoortsplant genoemd, rukt op naar onze contreien.
De plant is intussen al in Nederland gespot volgens het artikel dat ik las in DS.  Er is dus volgens de experten geen enkele reden om aan te nemen dat de plant aan de grens zou stoppen. Duh!
Uittrekken, met wortel en al, mét handschoenen aan, is de boodschap.
Ik ben in ieder geval op mijn hoede.

Vogelend gevogelte

Valkparkieten zijn toffe vogels om te houden. Ze zijn erg grappig in hun dagelijkse doen. Ze trippelen voortdurend hun lange stokje af en weer terug.  Ze doen hun best om mooi te zingen maar dat lukt niet echt. Buurman Johny, de vogelkenner, vindt hun gekwetter saai en eentonig maar als je die beestjes wat beter leert kennen, weet je op den duur precies wat ze bedoelen. 
In de lente waren de koppeltjes twee jaar oud. Ik hoorde hen plots eigenaardige geluiden produceren en toen ik ging kijken, zaten ze bovenop elkaar, zonder schroom. En maar genieten!
Puur voor het amusement dacht ik, een valkparkiet wil immers ook wat.
Een week later zaten de mannetjes alleen op hun stokje. Ze gingen regelmatig hun vrouwtje bezoeken in de nestkastjes en namen het broeden af en toe eens over.
Toen dit niet meer gebeurde, durfde ik het aan om eens een kijkje te gaan nemen in het nest. Drie dode parkietjes trof ik aan.  Zo zielig voor hen. Die foto plaats ik hier liever niet.
Niet getreurd want de week nadien zaten ze alweer op elkaar met hetzelfde ritueel als gevolg. Uit het derde nest vlogen na een aantal weken drie kleintjes uit. Het vierde nest (van het andere paar) bracht vier telgen met zich mee.
Intussen zijn ze nu al met z’n elven. Tel daar de vier ouders bij en je bekomt een totaal van vijftien parkieten! De volière is, met andere woorden, overbevolkt. Een gekwetter van jewelste want die hele kroost moet nog gevoederd worden en ze moeten ook nog convenabel leren vliegen. Ik zou er uren kunnen naar kijken.
Blijkbaar valt er ‘s nachts nog een of andere kleine van zijn stokje en maakt alle andere wakker, mij incluis.
Zie ik twee ouders nu weer een nestje bouwen? Het nakomertje is potverdorie nog maar net uitgevlogen!
Dit wordt te bont, het lijkt hier op een muizenkooi. Maar wel heerlijk om te zien.
Jammer dat de nieuwelingen zullen moeten gaan om geen incestueuze kwekerij te starten.
Dat wordt binnenkort een klusje voor buurman Johny.
Misschien valt hij uiteindelijk toch nog voor valkparkieten.

 

Welkom, Mia

Het kan niet waar zijn, veel te mooi om waar te zijn. In mijn eigenste tuin, een schildpad, verdorie nog aan toe!
Een kleintje, een beauté, een allerschattigst.
Het stak zelfs zijn kopje uit voor mij!
Al die verhalen over ouders die hun huisdieren loslaten tijdens de vakantieperiode en mij nadien komen vragen of ik hun schildpad ergens gezien heb. En dat het hier niet kan overleven en blablabla,…
Ik wil al die nonsens niet horen.
Voor mij is dat diertje uit zijn eigen zichzelve naar mij toegekomen omdat het zich hier goed voelt en zich fantastisch jeunt.
Voilà.
Jawel, Mia is mijn naam.

Zelfontbranding?

Gisteren maakte ik iets eigenaardigs mee.
Toen ik in de namiddag de deur van de woonkamer opende, stond heel de kamer vol rook zodat ik vliegensvlug het schuifraam moest openen om de hevige smook en indringende geur te laten ontsnappen. Die bleven overigens nog een hele tijd hangen.
Gisteren waaide het hier niet.
In de open haard, die ik al meer dan twee maanden niet gebruikte, brandde enkel een servet die ik er ooit, een hele tijd geleden, had ingegooid. Veel rook dus en een klein vuurtje.
Het haardscherm stond ervoor.
En neen, ik had er voordien geen sigaret ingegooid.
Hoe kan dat in hemelsnaam gebeuren?
Zelfontbranding, een of ander chemisch proces?
Is dat gevaarlijk?
Weet iemand raad?

Vlaams-Brabant is de laatste weken gespaard gebleven van een overdaad aan barre weersomstandigheden. Het Belgische kwakkelweer was hier eerder een weldaad. Beetje zon, beetje regen, daar zijn de planten nu eenmaal tuk op.
Tussen de buien door zag ik het verschil niet meer tussen de borders en de vijverbegroeiing; het leek wel alsof je over het water kon lopen. Een echte lissen- en egelskopwildernis.
Twee stevige houten kepers waren sterk genoeg om zowel mijn gewicht als de mand met overtollige waterflora te dragen. Enkele eigenwijze kikkers aanschouwden de operatie van dichtbij en vreesden voor hun schaduwplaats. De vissen daarentegen waren dankbaar voor de nieuw verworven zwemruimte.
De Achillea’s in de nieuwe border zijn mijn laatste aanwinst. Een border van dezelfde bloemen in verschillende kleuren sprak me enorm aan. Het idee komt uit De Tuin Van Maurice. Bovendien bloeien die planten quasi de hele zomer lang.
Eindelijk wat meer kleur in de tuin! De rozen staan te schitteren, evenals de Hemerocalissen, de Veronica’s, de Veronicastrums en de Monarda’s.
Al zeg ik het zelf: die laatsten zijn een ware must in de tuin, ik wil ze nooit meer kwijt.

Het veld dat het mijne niet meer is, wordt deels gebruikt als moestuin en blijft een plekje waar heel veel wild kan gedijen. De teunisbloemen geven er veel kleur en hun zaden dienen later als voedsel voor de vogels, vooral voor de distelvinken. Ook mijn valkparkieten zijn er gek op.
De Verbascums, de frambozen, de aardpeer en de aardbeien hebben het daar enorm naar hun zin.
Dit jaar zal ik bovendien waarschijnlijk twaalf appelen mogen plukken!

Minder goed nieuws is dat een marter in onze buurt vele onschuldige kippen heeft vermoord. Van de acht hennetjes heb ik er nog slechts drie over.
De valkparkietjes daarentegen blijven zorgen voor nageslacht; voorlopig vier uitgevlogen nieuwgeborenen maar er zitten nog een paar twijfelaars aan de uitgang van hun nest te koekeloeren. De volière wordt stilaan te klein. Een kleintje is al besteld, buurman Johny zal de overige aan de man brengen.

Na vele jaren intensief tuinieren, vernieuwen, verzamelen, renoveren,… ben ik bijna geslaagd in mijn opzet: ik wilde altijd al zo graag een kleurrijke, wilde tuin.
Dit najaar zal ik voor de eerste keer een teveel aan planten kunnen wegschenken aan andere liefhebbers.


De vijver voor het opkuisen


De vijver na de opkuis

Achillea

Achillea in close-up


Veronicastrum

Monarda

Deze Verbascum meet meer dan twee meter

Houttuynia met zijn kleurschakeringen; van groen, rood naar geel

Acanthus, effenaf een chique plant

Op de plaats van die zwarte lederen eenzit zou ik graag een zeteltje van mijn moeder willen zetten. Het was haar zeteltje. Ze zat er steeds in, in het salon, toen haar kleinkinderen hun nieuwjaarsbrief voorlazen. Ik zou het graag willen laten overtrekken in een eigentijdse kleur.
Met die grote eenzit heb ik geen band en door vernieuwde omstandigheden geef ik hem graag weg aan iemand die er plaats voor en genot van zou hebben.
Is er iemand van jullie die hem zou kunnen gebruiken?
Afmetingen:
Hoogte : 80 cm
Breedte : 77 cm
Diepte 1,10 m
Hij heeft wel enkele oppervlakkige schrammetjes aan de bovenkant, veroorzaakt door mijn katten die de tuin vanop een hoogte wilden bekijken. (zie foto)
Hij is enkel af te halen op zondag, maandag, dinsdag en woensdag, na afspraak.

Update: Iemand van jullie is hem intussen al komen halen.

Nieuw leven, nieuwe hoop

Toen mijn vader op tweeënzestig stierf, had ik al zoveel verdriet. Ik heb heel veel moeite om belangrijke mensen in mijn leven te laten gaan. Ik heb het zo moeilijk met het aanvaarden van feiten die ik niet zie aankomen, die oncontroleerbaar zijn. Het leven heb je nu eenmaal niet in de hand.
Ik rouw meer om het heengaan van mijn moeder dan ik ooit had kunnen denken.
Geen moeder meer hebben, is verschrikkelijk. Zonder haar zou ik hier niet zijn. Zonder haar zouden mijn kinderen er nooit zijn geweest.
Dit gegeven besef ik nu tenvolle en ik huil. Ik huil wanneer ik het wil en voel dat het moet, om te kunnen aanvaarden.
Gedurende enkele weken had ik geen oog voor de natuur, ik stelde me vragen over het leven. Hoe het verder gaat en evolueert, hoe de flora groeit, welig tiert en nooit stopt om je even te laten pauzeren.
Stilaan word ik rustiger en ben ik blij dat hier zoveel planten staan uit mijn moeders tuin. Zij was het die me de liefde voor de natuur meegaf. Ze kende alle namen van de planten zowel in het Nederlands als in het Frans en Latijn.
Elke zaterdag ging ze naar de Mechelse plantenmarkt om nieuwigheden. Ze sleurde telkens zakken plantjes mee die ze amper kon torsen.
De laatste weken is hier alles weelderig gaan groeien. De prairietuin krijgt langzamerhand een gezicht, een verdubbeling van hetgeen verleden jaar nog piepjong was. Het staat allemaal dikker, sterker.
Met een paar weken vertraging door de lage voorjaarstemperaturen en de overvloedige regen, is er nog steeds niet veel kleur te bespeuren in de tuin. Hij heeft dringend zon nodig. Maar there is more to come. Met mondjesmaat genieten van het nu duurt immers zoveel langer.
In de volière zijn de eerste drie valkparkietjongen uitgevlogen. Er zitten nog twee mama’s te broeden in de andere nestblokken.
Nieuw leven, nieuwe hoop.
En zoveel mooie herinneringen aan mijn moeder.

( alle foto’s aanklikbaar voor een groter formaat )

Vaarwel, liefste Moeschke

Liefste Moeschke,

Plots ben je er niet meer…

Pappie koos je uit als ‘zijn vrouwtje’ omwille van je stijl, je bijzonderheid, je schoonheid, je spontaniteit, je sterkte, je perfectionisme en je artistieke talenten.
Je was zijn ambassadrice die altijd even chic en mooi aan zijn zijde stond. Enkel de zon was zijn rivaal.
Samen waren jullie zo blij en fier met een kroost van vijf.

Met het verlies van je zoon heb je het verschrikkelijk moeilijk gehad.
Gelukkig was Pappie er om je te ondersteunen. Uiteindelijk kreeg je weer zin in het leven.

Na Pappie’s vroegtijdig overlijden moest je van de ene dag op de andere zoveel taken van hem overnemen terwijl het verdriet om zijn heengaan zo ondraaglijk was.
Maar je liefde voor de natuur, voor muziek en voor je kleinkinderen bracht weer fleur in je leven en toverde opnieuw een lach op je gezicht.

De laatste tijd heb je intens moeten vechten; je verloor de trots, de fierheid en de zelfstandigheid die jou zo kenmerkten.
Beetje bij beetje moesten we je loslaten. We merkten jouw machteloosheid maar konden je niet meer helpen.
Je laatste verjaardagswens was dat je kinderen het goed met elkaar zouden vinden.

Je hoeft niet meer te vechten, je taak is meer dan volbracht.
Lieve Moeschke, rust hierboven maar zacht,
Je man en zoon hebben op je gewacht.

Ik huiver ervan dat deze vervallen pillencocktail straks verbrand wordt en terecht komt in ons milieu.
Dan rest me nog een doos vol tubes, zalven, crèmes en siroopjes die ook ergens gedumpt moeten worden.
Ik vertegenwoordig slechts één familie, ergens in België, en ben blij dat deze troep mijn huis verlaat.
Ben ik goed bezig met opruimen?

Het is maar een klein voorbeeldje, uit mijn alledaagse leven.
Keerbergen wordt sinds jaar en dag aanzien als een groene gemeente. Toch is het niet algemeen gekend dat het meeste groen hier afkomstig is van kunstmatig aangelegd groen, met name dennengroen.
Vandaar dat de grond hier zeer pover is: ultradroge zandgrond waar, met veel moeite, enkel asperges op gekweekt kunnen worden.
Ons groene gras is hier nooit groener dan dat van de buren; hier kan namelijk nauwelijks gras groeien.
Voor de aanleg van elke nieuwe border ben ik verplicht mijn grond te verrijken met compost; een mengeling van champignonmest en organisch bodemverbeterende middelen.  Anders wil hier niets groeien en gaat elke plant meedogenloos ter ziele in een mum van tijd.
Mijn tuin is mijn leven. Ik hoef geen nieuwe kledij, geen parfum, geen renovaties, geen restaurantbezoeken, geen reizen. Veel liever wil ik een goede bodem waar planten kunnen gedijen en zich gelukkig voelen.
De laatste border die nog onder handen genomen moet worden, is dit jaar eindelijk aan de orde. Ik wil er zo graag Achillea millefolium (duizendblad) op planten. Die schoonheden zijn zo sterk. Ik wil ze liefst in alle voorhanden zijnde kleuren; daar heb je echt een zomer lang genot van.
Zoals de laatste jaren, bestelde ik bij mijn plaatselijke grondleverancier een bigbag degelijke compost.
Niet te duur in aankoopprijs, de lege bigbag zelf kon ik de vorige jaren inruilen voor een waarborgbedrag van 5 euro.
Dit jaar kost de bag zelf 13 euro en kan hij niet meer ingeleverd worden. ‘We kunnen dat in de toekomst niet meer doen, Mevrouw, was het antwoord op mijn telefonische bestelling. De niets opbrengende bag kost dus een derde van de totale kostprijs van de compostaarde.
Dertien euro voor een zak waar ik geen zak mee kan aanvangen?
Er was een andere optie: en vrac. De compost wordt hier gedropt op een klaargelegd zeildoek, in de veronderstelling dat de leveringsvrachtwagen in onze straat zou kunnen manoeuvreren. 
Voor dertien euro ben ik graag bereid om de dolomiet op de oprit schoon te vegen.
En als blijkt dat die vrachtwagen niet voldoende kan manoeuvreren zonder dat mijn brievenbus, de tuin van de overburen of mijn rhododendrons worden vernietigtigd? Keren ze dan weer met hun compost of dumpen ze dan alles op de straat? Ze zouden me verwittigen.
Ze moeten nu niet overdrijven hé. Dertien euro voor een ouwe zak!

 

In maart viel hier niet veel te beleven. Niet omdat de natuur bleef stille staan, maar omdat ik de tuinwerkzaamheden nog eventjes niet zag zitten.
Er zijn er, zoals mijn achterbuurman, die steeds vooruitlopen op de seizoenen en in de late herfst hun tuin reeds helemaal gefatsoeneerd hebben voor de lente. De lente die, je weet het nooit, de al dan niet strenge winter eerst nog moet trotseren.
Mijn mentaliteit is enigszins anders. Ik laat de boel de boel in de winter. Hij is al kleurloos en kaal genoeg. Ik mijmer dan nog wat na over de seizoenen die eilaas gepasseerd zijn en kijk liever uit naar de lente als ik de lente al wat voel. Wij rusten samen, in harmonie en in luiheid. We verstoppen ons in al wat ons warm kan houden.
Mijn tuin en ik hadden een telepathie-gevoel toen de zon plots begon te schijnen.
Ik zag het meteen al aan de massale opkomst van het zevenblad. Annentanne , ik schenk je ze graag, op voorwaarde dat je ze zelf komt uitsteken (liefst met lange wortel en al).
Niemand die mij in short zag met spierwitte benen. Mijn korte mouwen stroopte ik nog wat meer op en verankerde ze tussen de bandjes van mijn BH. Twee vliegen in één klap: intensieve arbeid en op de koop toe nog een kleurtje krijgen dat vandaag alweer begint te verdwijnen. Ik wied de laatste jaren ook liever zittend zoals madam Menck,  zelfs op een ergonomisch kussen. Maar met handschoenen werken is daarentegen niet aan de orde. Doornen, stekels, schrammen en bloed: het zijn de stigma’s van de echte tuinvrouw die ik ooit zou willen zijn.
Enfin, de grassen, die licht behoefden, zijn eindelijk geknipt. De Photinia fraseri werd gekortwiekt voordat zijn gevriesdroogde bladeren in de vijver zouden belanden en de toverhazelaar werd duchtig teruggesnoeid. Het verdelgen van het zevenblad werd geïgnoreerd als de zon en mijn gemoed niet op de juiste plaats stonden (een regenbuitje en ik kan opnieuw beginnen) maar er was genoeg ander tuinwerk te verzetten. Goed voor de natuur, voor de conditie en voor mijn lijn die aan alle kanten in volume is toegenomen de laatste maanden.

Er werd ook al kalk gestrooid; magnesium tegen de verzuring van de bodem en goed voor een diepe groene kleur van de planten.
De hakselaar heeft uitmuntend werk geleverd. Een fantastisch apparaat, zo’n shredder. Dood hout krijgt een nieuw leven op de schorspaden. Vogels scharrelen er naar hartenlust en het onkruid wordt versmacht.
Lichamelijk ben ik kapot. Geestelijk eigenlijk ook omdat mijn moeder op haar eenennegentigste werd opgenomen in een psychiatrische instelling, op uitdrukkelijk en dwingend verzoek van het rusthuis waar ze verbleef. Omdat ze te opstandig is en zich niet meer wil laten verzorgen. Het geeft me hartzeer dat ze dit op deze leeftijd nog moet meemaken.
Ik zoek steun in de natuur, met mijn foto’s als blijvend houvast.


De kalk heeft nog wat nattigheid nodig.


De alliums  hebben al kleine kopjes


De duivelswandelstok (Aralia elata), hij doet het altijd


De klimhortensia, hij zal ooit eens bijgesnoeid moeten worden.

Miss beauty 2012

Ofwel zijn de vrouwtjes in de minderheid ofwel had juffrouw diva net dat ene wratje meer dat zo geliefd werd door de mannetjes.
Feit is: er werd voor haar gevochten.

Mousepad

Hier zijn ze tot nog toe ook goed aangekomen, Menck. Nog geen platgewalste kadavers op de baan. Mijn ervaring leert me dat de grote overtrek nog moet beginnen.
De stoere binken, de verkenners, arriveren altijd een weekje vroeger. Hun stil gekwaak lokt de anderen uit hun winterslaap. De slimmeriken slapen nog enkele nachtjes langer in hun warme schuilplaats en ignoreren dat geroep. Goede timing, want oversteken in een fikse sneeuwbui, met de wind van voor, is niet echt aan te raden.
Twee uitverkorenen mochten (moesten) even binnen komen voor een fotoshoot. De ene was al wat wakkerder dan de andere.

(Foto’s: Chelone)

Kleine Chelone door Melikoff

Zonder Google zou ik nooit geweten hebben wie Melikoff was. Voor ons is het altijd een mysterieuze Rus gebleven die ons stiekem, althans in mijn herinnering, schilderde.
Nu blijkt dat die “Rus” eigenlijk altijd al Belg was en dat zijn voornaam Charles is.
Drie jaar was ik volgens hem. Ik schat mezelf ouder op het doek. Bovendien heb ik er geen enkel benul meer van dat ik toen stilletjes moest poseren.
Hij heeft ons alle vijf geschilderd. Wij hebben jarenlang boven ons eigen bed gehangen. Raar, maar echt waar.
Vandaag, zovele jaren later, nu het ouderlijk huis ons huis niet meer is, weet ik met mijn portret geen blijf.
Ik wil mezelf nergens hangen en wat zijn mijn kinderen met een geschilderde moeder van drie jaar oud?
Nostalgisch ja, maar het blijven vervlogen tijden die enkel nog op zolder zullen staan.

 

Het wintert hier, begot!

Elke dag vers water voor de kippen en de volièrevogels. Het pompje in de vijver heeft de dorst van menig dier al gelaafd.
Een bonte fazant vertoeft hier al weken. De houtvoorraad slinkt. Hier wordt danig gestookt.
Het wintert hier, begot!